Prognose personen in huishoudens; leeftijd, burgerlijke staat, 2022-2070

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Positie in het huishouden Geslacht Perioden Personen in huishoudens (aantal)
Totaal personen in huishoudens Totaal mannen en vrouwen 2022 17.593.685
2030 18.479.924
2040 19.211.944
2050 19.629.749
2060 20.000.277
2070 20.602.155
Mannen 2022 8.747.664
2030 9.192.219
2040 9.550.407
2050 9.753.863
2060 9.948.659
2070 10.271.519
Vrouwen 2022 8.846.020
2030 9.287.703
2040 9.661.535
2050 9.875.886
2060 10.051.622
2070 10.330.639
Personen in particulier huishoudens Totaal mannen en vrouwen 2022 17.326.993
2030 18.162.726
2040 18.842.456
2050 19.222.793
2060 19.575.594
2070 20.187.201
Mannen 2022 8.623.007
2030 9.043.659
2040 9.380.170
2050 9.568.671
2060 9.756.648
2070 10.080.468
Vrouwen 2022 8.703.984
2030 9.119.064
2040 9.462.285
2050 9.654.122
2060 9.818.950
2070 10.106.735
Thuiswonend kind Totaal mannen en vrouwen 2022 4.654.444
2030 4.759.904
2040 4.994.736
2050 5.124.238
2060 5.128.604
2070 5.286.372
Mannen 2022 2.494.443
2030 2.553.564
2040 2.677.315
2050 2.750.282
2060 2.759.189
2070 2.840.658
Vrouwen 2022 2.160.001
2030 2.206.340
2040 2.317.421
2050 2.373.956
2060 2.369.415
2070 2.445.714
Alleenstaand Totaal mannen en vrouwen 2022 3.149.008
2030 3.467.331
2040 3.723.968
2050 3.894.708
2060 4.041.120
2070 4.155.315
Mannen 2022 1.540.726
2030 1.711.020
2040 1.844.683
2050 1.930.794
2060 2.010.583
2070 2.085.892
Vrouwen 2022 1.608.280
2030 1.756.310
2040 1.879.285
2050 1.963.913
2060 2.030.539
2070 2.069.424
Samenwonend Totaal mannen en vrouwen 2022 8.655.458
2030 9.012.464
2040 9.139.002
2050 9.160.294
2060 9.344.105
2070 9.667.084
Mannen 2022 4.336.971
2030 4.515.026
2040 4.578.314
2050 4.588.979
2060 4.680.874
2070 4.842.242
Vrouwen 2022 4.318.487
2030 4.497.438
2040 4.560.687
2050 4.571.316
2060 4.663.233
2070 4.824.842
Ouder in eenouderhuishouden Totaal mannen en vrouwen 2022 602.665
2030 641.226
2040 687.830
2050 733.808
2060 737.136
2070 743.823
Mannen 2022 117.188
2030 121.512
2040 129.324
2050 142.645
2060 143.653
2070 143.715
Vrouwen 2022 485.477
2030 519.713
2040 558.505
2050 591.163
2060 593.484
2070 600.109
Overig lid huishouden Totaal mannen en vrouwen 2022 265.418
2030 281.801
2040 296.920
2050 309.745
2060 324.629
2070 334.607
Mannen 2022 133.679
2030 142.537
2040 150.534
2050 155.971
2060 162.349
2070 167.961
Vrouwen 2022 131.739
2030 139.263
2040 146.387
2050 153.774
2060 162.279
2070 166.646
Personen in institutioneel huishoudens Totaal mannen en vrouwen 2022 266.692
2030 317.198
2040 369.488
2050 406.956
2060 424.683
2070 414.954
Mannen 2022 124.657
2030 148.560
2040 170.237
2050 185.192
2060 192.011
2070 191.051
Vrouwen 2022 142.036
2030 168.639
2040 199.250
2050 221.764
2060 232.672
2070 223.904
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat prognoses van de bevolking van Nederland in huishoudens naar positie in het huishouden, geslacht, leeftijd en burgerlijke staat. De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.

Gegevens beschikbaar: 2022-2070

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per 17 december 2024:
Deze tabel is stopgezet. Zie paragraaf 3 voor de opvolger van deze tabel.

Wijzigingen per 17 februari 2021:
De onderwerpen zijn verplaatst naar een selectie. Dit heeft geen invloed op de cijfers in de tabel.

Wijzigingen per 16 december 2021:
Geen, dit is een nieuwe tabel waarin de voorgaande prognose is bijgesteld op basis van de inmiddels beschikbaar gekomen waarnemingen. De prognoseperiode loopt nu van 2022 tot 2070.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De verschijningsfrequentie van deze tabel is eenmalig. In december 2024 wordt de nieuwe huishoudensprognosetabel gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Personen in huishoudens
Aantal personen in huishoudens op 1 januari.

Huishouden:
Particulier of institutioneel huishouden.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.